Overbelastingsblessures in het wielrennen
Overbelasting
Overbelasting blessures in het fietsen zijn gerelateerd aan de monotone belasting en het behouden van een statische houding gedurende een langdurige tijd. Voor BMX, baanwielrenners en MTB’ers zijn de blessures duidelijk verschillend aangezien deze een explosiever karakter hebben dan het wegwielrennen. Diverse studies geven een duidelijk beeld over de verdeling tussen overbelastingsblessures en acute blessures (bijvoorbeeld bij een val).
Volgens de internationale cijfers zijn ongeveer 50-60% van de fietsblessures zijn het gevolg van overbelasting. Volgens TNO gaat het in Nederlands om tweederde dat plots is ontstaan en 1/3 geleidelijk aan ontstaan (hierbij dient wel vermeld te worden dat MTB en wielrennen samen zijn genomen in de Nederlandse cijfers).
Wielercultuur.
Laatst las ik een mooi, treffend zinnetje. ,Als een voetballer valt, dan schreeuwt hij om zijn moeder, als een wielrenner valt, schreeuwt hij om zijn fiets.'' Het is daarom discutabel of het aantal blessures niet onderschat worden, omdat blessures in onderzoeken pas meetellen als er trainingen worden overgeslagen of dat er (para)medische hulp wordt ingeschakeld.
Terwijl een overbelastingsblessures of lichte pijntjes bij een wielrenner er zelden voor zorgt dat hij niet traint, het zal hoogstens leiden tot een minder comfortabele rit en in een minder goede prestatie. Het zit niet in de cultuur van fietsers. Dit wordt ondersteund in een studie waaruit bleek dat 67% van de recreatieve wielrenners met een hoge mate van pijn toch bleven rijden. Het is onderdeel van de wielercultuur.

Knie- en rugklachten
De overbelastingsklachten waar prestatieve wielrenners mee rijden is over het algemeen lage rugklachten, terwijl knieklachten zorgen voor het meeste overslaan van trainingen. Recreatieve fietsers hebben dezelfde klachten en daarbij ook nog veel nek- en schouderklachten.
Dit is waarschijnlijk het gevolg van minder goede adaptie/ aanpassing aan de belasting alsook een minder goed afgestelde fietspositie. Ook dit wordt ondersteund door de studie van het TNO in Nederland.
Matig bewijs
De theorieën rondom wielerblessures zijn gebaseerd op prestatie-data en ervaringen uit de praktijk. De relatie tussen fietspositie en biomechanische factoren en fietsblessures zijn nooit goed wetenschappelijk bewezen. In een systematische review bestaande uit 24 studies, waarvan de meeste van slechte kwaliteit, blijkt dat er geen duidelijke relatie is tussen overbelastingsblessures in het fietsen en bikefitting, lichamelijke factoren of trainingsbelasting.
En er is matig bewijs dat dat er géén relatie is tussen fiets- en lichaams gerelateerde parameters en blessures. Er is verder onderzoek nodig gezien het beperkte bewijs dat er is tussen risicofactoren en wielrenblessures.kwaliteit, blijkt dat er geen duidelijke relatie is tussen overbelastingsblessures in het fietsen en bikefitting, lichamelijke factoren of trainingsbelasting.
Recente reacties