Wat is knieschijf pijn?

Knieschijfpijn (patella), aan de voorzijde van de knie, is een veel voorkomende klacht. Soms kraakt of knarst de knie hoorbaar tijdens het buigen of “hapert" de knie bij het strekken.

Knieschijfpijn

Knieschijfpijn wordt ook wel retropatellaire chondropathie (RPCP), patellofemoraal syndroom, of chondromalacie patellae genoemd en kan op alle leeftijden voorkomen. Het wordt zelfs soms Runners Knee genoemd. Hoewel die benaming voor meer aandoeningen wordt gebruikt.

De knieschijf vormt met het bovenbeen een gewricht, het patellofemoraal gewricht. Wanneer de knie buigt, glijdt de knieschijf in een gootje aan de voorzijde van het bovenbeen. De knieschijf zorgt ervoor dat de krachten van de bovenbeenspieren (quadriceps) zonder noemenswaardige wrijving wordt overgebracht. Zowel de knieschijf als het bovenbeen is bekleed met kraakbeen, dat samen met de gewrichtsvloeistof een uiterst glad oppervlak vormt

Wat zijn de oorzaken?

De belangrijkste oorzaak is het niet goed "sporen“ van de knieschijf in de groeve van het bovenbeen. De knieschijf loopt vaak naar buiten in de groeve. Het niet goed “sporen" van de knieschijf kan verschillende oorzaken hebben:

  • Het bovenbeen staat naar binnen gedraaid.
  • De voet staat naar binnen gekanteld (pronatie), zoals bij platvoeten.
  • X-benen.
  • De binnenste bovenbeenspier is verzwakt en de buitenste bovenbeenspier is te sterk en verkort.
  • Er is starheid van het band/kapselapparaat rondom de knieschijf.
  • Het bekken staat scheef.
  • Het gewricht tussen de kuitbeen en het scheenbeen beweegt niet goed.
  • De knie en knieschijf zijn onderdeel van een keten van gewrichten en moet daardoor vaak compenseren voor problemen elders in het been.
  • Veelal wordt te zwakke bilspieren ook als oorzaak benoemd, dit blijkt echter uit een systematic review van BJSM niet zo te zijn. Het lijkt er wel op dat te zwakke bilspieren een gevolg is van patellafemorale klachten.

Bij wie komt het voor??

Knieschijfpijn komt vaak voor bij:

  • Sporters (overbelasting)
  • Jonge meisjes (mogelijk door hormonale veranderingen en de groeispurt)
  • Revalidatie na een knie, heup of enkel operatie.
  • Direct letsel door hard tegen de knie te stoten of op de knie te vallen
kneeing

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Aan de hand van een lichamelijk onderzoek, uw voorgeschiedenis, de plaats van de kniepijn en bij welke activiteiten en houdingen klachten optreden kan uw arts de diagnose stellen. Bij het lichamelijk onderzoek wordt op de volgende tekenen en/of afwijkingen gelet:

  • De knieschijf is pijnlijk als de onderzoeker vraagt de bovenbeenspieren aan te spannen en de knieschijf niet naar boven kan schuiven.
  • De regio rondom de knieschijf is gevoelig bij hurken.
  • Stand van de benen en algehele elasticiteit (laxiteit) van de gewrichten.
  • Spierkracht van de bovenbeenspieren, mn ook sturing van deze spieren en de balans tussen de bovenbeenspieren aan de binnenzijde en de buitenzijde.

Houden de klachten ondanks uitgebreide behandeling door de fysiotherapeut en aanpassing van het belastingsniveau toch aan, dan kan eventueel een MRI onderzoek alsnog uitgevoerd worden. Een MRI-onderzoek geeft namelijk een duidelijk beeld van de banden, menisci en kraakbeen.

Aanbevolen literatuur

De behandeling van het knieschijfsyndroom

Meestal kan volstaan worden met een fysiotherapeutische behandeling. De fysiotherapeut zal u adviseren in houding en beweging. Omdat het verkeerd “sporen" van de knieschijf als belangrijkste oorzaak wordt gezien zal hier veel aandacht aan besteed moeten worden. Zo zal het overmatig naar binnen kantelen van de voet en het naar binnen draaien van de heup zoveel mogelijk vermeden worden.

Soms zijn hulpmiddelen nodig, zoals het dragen van steunzolen of het tijdelijk aanleggen van een tape. De kracht en uithoudingsvermogen van de bovenbeenspieren zullen opgebouwd moeten worden, waardoor dagelijkse activiteiten en sporten weer goed uitgevoerd kunnen worden.